terug naar nwz.nl

Hodgkin lymfoom

Lymfklierkanker komt voor in 2 hoofdgroepen: Hodgkin lymfoom (ziekte van Hodgkin) en Non-Hodgkin lymfoom. Het verschil is dat het Hodgkin lymfoom grotendeels 1 soort lymfklierkanker is, terwijl er veel verschillende Non-Hodgkin lymfomen zijn. 

Het onderscheid wordt gemaakt door de grote tumorcellen in de aangetase lymfklier bij het Hodgkin lymfoom, maar vooral ook omdat Hodgkin lymfoom zich anders gedraagt en anders wordt behandeld dan de Non-Hodgkin lymfomen.

Hodgkin lymfoom
Het Hodgkin lymfoom dus is een vorm van kanker van het lymfestelsel. Deze vorm van kanker komt relatief weinig voor en is in veel gevallen volledig te genezen. De ziekte komt vooral voor bij mensen tussen de 15 en 35 jaar en bij mensen ouder dan 50 jaar. De ziekte ontstaat meestal in 1 lymfklier, meestal in de bovenste helft van het lichaam. Hodgkincellen kunnen zich nestelen in de milt, de lever, het beenmerg of andere organen.

Wat merkt u van het Hodgkin lymfoom?
Vaak wordt de ziekte per toeval ontdekt. Meestal is een vergrote klier de reden dat iemand de huisarts bezoekt, de ziekte geeft meestal weinig klachten. In sommige gevallen bestaan de klachten uit:

  • buikpijn
  • onbegrepen gewichtsverlies
  • onbegrepen koorts
  • benauwdheid
  • ernstig nachtzweten
  • jeuk over het hele lichaam
     

Hoe wordt de diagnose gesteld?
De chirurg neemt een stukje weefsel (biopt) uit de afwijkende lymfklier.Dit weefsel wordt in het pathologisch laboratorium door de patholoog onderzocht op afwijkende cellen.

Om de tumor in kaart te brengen en het stadium waarin de ziekte zich bevindt vast te stellen, worden de volgende onderzoeken gedaan:

  • lichamelijk onderzoek
  • vragen stellen over de symptomen
  • bloedonderzoek
  • röntgenfoto van de borst (Thorax foto)
  • CT-scan
  • PET-scan
  • beenmergonderzoek
  • longfunctieonderzoek
  • ECG
  • als bestraling nodig is, radiotherapie met bijbehorende scan
     

Uw hematoloog informeert u welke van deze onderzoeken nodig zijn. Afhankelijk van uw leeftijd, conditie en het stadium van de ziekte stelt uw hematoloog in overleg met u het behandelplan op.