Een diagnostische laparoscopie is een ingreep waarbij de gynaecoloog de buikholte en de organen in de buik onderzoekt. U wordt voor dit onderzoek voor één dag opgenomen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd als er een verdenking is op een afwijking zoals endometriose, een eerdere Chlamydia infectie of als het HSG afwijkend was.
Hoe verloopt een diagnostische laparoscopie?
U krijgt voor dit onderzoek algehele anesthesie (narcose). Via een kleine snede bij de navel vult de gynaecoloog de buikholte eerst met koolzuurgas (CO2). Daarna wordt een zogenoemde laparoscoop (kijkbuis) in de buikholte gebracht. Met de camera op de laparoscoop worden de baarmoeder en eierstokken op een beeldscherm zichtbaar gemaakt. Met blauwe kleurstof kunnen de eileiders via de baarmoeder worden opgespoten om de doorgankelijkheid te bepalen.
Zo nodig combineert de gynaecoloog het onderzoek met een ingreep waarbij bijvoorbeeld een eileider of eierstok wordt weggenomen (therapeutische laparoscopie).
Hoe bereidt u zich voor op een diagnostische laparoscopie?
Omdat u algehele anesthesie (narcose) krijgt, moet u voor dit onderzoek nuchter zijn. We plannen de laparoscopie het liefst na de menstruatie en nog voor de eisprong, u mag in ieder geval niet zwanger (kunnen) zijn tijdens het onderzoek, bij twijfel neemt u contact op met uw behandelaar.