Om een helder beeld te krijgen van de tumor en van het stadium van de kanker, gebruikt de arts-patholoog een tumorclassificatie (TNM-classificatie). Deze TNM-classificatie is opgesteld door de AJCC (American Joint Committe on Cancer) en wordt gebruikt door alle artsen in de wereld. Deze classificatie bestaat voor elke tumorsoort en is specifiek voor een bepaald type kanker. Dit houdt in dat de classificatie voor longtumoren voldoet aan andere criteria dan bijvoorbeeld borstkanker of darmkanker.
Met deze classificatie kunnen artsen de eigenschappen en het gedrag van een bepaalde tumor bij een patiënt of een groep patiënten in kaart brengen. Ook kunnen ze de resultaten van behandelingen vergelijken om de kansen op terugkomst van de ziekte en de overlevingskans te bepalen.
Hoe is de TNM-classificatie opgebouwd?
Deze TNM-classificatie is opgebouwd uit:
- T = Tumorgrootte, de diameter of mate van ingroei (T1-4)
- N = Node (lymfeklier), aantal/plaats van lymfeklieruitzaaiingen (N0-2)
- M = Metastasen (uitzaaiingen) op afstand van de tumor in bv andere organen, botten etc.(M0-1)
Uitleg:
- T1 = tumor kleiner dan 3 cm
- T2 = tumor groter dan 3 cm en verder dan 2 cm verwijderd van de splitsing (ofwel: carina) van de trachea (luchtpijp) in een linker en rechter hoofdbronchus (luchtwegtak)
- T3 = elke tumor minder dan 2 cm van de carina gelegen óf ingroei in borstkaswand, middenrif, hartzakje of longvlies thv mediastinum (ruimte tussen longen in)
- T4 = tumor die ingroeit in mediastinum, hartspier, grote bloedvaten, slokdarm, wervels, carina of vocht met tumorcellen in de borstholte
- N0 = geen lymfeklieruitzaaiing
- N1 = uitzaaiingen in de dichtstbijzijnde lymfeklieren (lichtblauw op bovenstaande afbeelding)
- N2 : uitzaaiingen in verder gelegen lymfeklieren (rood op bovenstaande afbeelding)
- N3 : uitzaaingen in klieren aan de andere zijde of buiten de long gelegen (zie ook bovenstaande afbeelding (rood))
- M0 = geen uitzaaiingen elders in het lichaam
- M1 = uitzaaiingen elders (bv hersenen)
Er zijn dus heel veel verschillende combinaties van T,N en M mogelijk die allemaal verschillende mate van uitbreiding aangeven van bijvoorbeeld longkankers bij verschillende patiënten.
De verschillende combinaties TNM worden vervolgens gegroepeerd in vier stadia; I t/m IV.
TNM classificatie longkanker
|
Stadium
|
Behandeling
|
% Overleving na 5 jaar
|
T1 of T2 mits N0 en M0
Tumor beperkt tot 1 long en kleiner dan 3 cm
|
Ia / Ib
|
Operatie of specifiek gerichte radiotherapie
|
50-73%
|
T1 of T2en N1 en M0
Zoals hierboven doch met lymfeklieruitzaaiingen nabij
|
IIa
|
Operatie
|
36-46%
|
T3en N0 en M0
Grotere longtumor met enige doorgroei buiten de long doch zonder lymfeklieruitzaaiingen
|
IIb
|
Operatie
|
25-36%
|
T3 zodra N1 en M0 of
T1 of T2 zodra N2 en M0
Zoals hierboven doch met lymfeklieruitzaaiingen /
Longtumor met uitzaaiingen rond de trachea
|
IIIa
|
Chemotherapie gevolgd door radiotherapie of operatie
|
19-24%
|
T1-T4 zodra N3 en M0 of
T4 en N1-2 en M0
Longkanker met uitzaaiingen in lymfeklieren op afstand bv. in andere long /
Longkanker die doorgroeit in andere organen en tevens lymfeklieruitzaaiingen
|
IIIb
|
Chemotherapie gevolgd door radiotherapie
|
7-9%
|
Alle T1-4 en N1-3 zodra M1
Longkanker met uitzaaiingen op afstand buiten de borstholte; bv. hersenen
|
IV
|
Chemotherapie
|
2-13%
|
* bron:www.cancer.org; getoonde overlevingspercentages zijn slechts gemiddelden en kunnen hoger of lager uitvallen per individuele patiënt